Bij het opstellen van de Programmabegroting 2019 is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:

• algemeen prijspeil 2018
• raadsbesluiten tot en met de raad van 16 juli 2018 zijn verwerkt
• loonsom 2% cao
• gemeenschappelijke regelingen 3,54%
• belastingen en leges/retributie 1,1%
• vennootschapsbelasting woningbedrijf
• huurverhoging 1,4%
• rente kortlopende geldleningen 0,5%
• rente langlopende geldleningen 1%

In de loonsom 2019 is rekening gehouden met:

• 2% loonsverhoging conform cao ten opzichte van de vastgestelde loonsom 2018.
• Een flexibele schil om tijdelijk te voorzien in piekbelasting en om te anticiperen op pensionering. Hiervoor wordt een eenmalig krediet gevraagd van € 311.000 met als dekking een éénmalige onttrekking uit de algemene reserve.    
• Uitbreiding van de formatie vanwege toename bestaande én nieuwe taken ( economie & recreatie; duurzaamheid; wonen; sociaal domein; dienstverlening; en informatiebeveiliging). Het betreft een structurele uitbreiding van € 384.000.

De bijdrage gemeenschappelijke regelingen is, overeenkomstig de regionale afspraak, met maximaal 3,54% verhoogd voor de loon- en prijsontwikkelingen.

In de begroting wordt geen rekening gehouden met algemene prijsstijgingen. We gaan uit van het prijspeil in het gemeentefonds, hierin wordt de uitkering berekend tegen constante prijzen. Algemene prijsstijgingen en dalingen worden gecompenseerd door het accres van het gemeentefonds.

Bij de berekening van de gemeentefondsuitkering wordt uitgegaan van de laatst bekende circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken: de meicirculaire 2018. Bij het gemeentefonds 2019 is een stelpost opgenomen ter grootte van de 2% loonsverhoging conform cao. Verwacht wordt dat in 2019 voor die verhoging vanuit het gemeentefonds een compensatie wordt ontvangen.

Bij de leges gaan we uit van kostendekkende tarieven.

De belastingen en de overige rechten worden verhoogd met de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. De verwachte index over de periode juli 2017 tot en met juni 2018 is 1,1%. Daarnaast houden we rekening met autonome ontwikkelingen, zoals de waardeontwikkeling van de WOZ-objecten, uitbreiding areaal en kostendekkendheid.

De tarieven van de rioolheffing zijn gebaseerd op het gemeentelijk rioleringsplan van 2014-2018.

Voor het gemeentelijk Woningbedrijf gaan we uit van normaal vermogensbeheer. We houden wel rekening met een eventuele aanslag vennootschapsbelasting voor het geval de Belastingdienst van mening is dat we belastingplichtig zijn.

Voor het Grondbedrijf gaan we uit van vennootschapsbelastingplicht. De aanslagen komen ten laste van de exploitaties van het Grondbedrijf en het gemeentelijk Woningbedrijf en hebben geen invloed op de gemeentelijke exploitatie.

Bij het gemeentelijk Woningbedrijf wordt uitgegaan van:

• verkoop van vier woningen
• inflatie- volgende huurstijging van 1,4%
• inzet personeel van 2,9 fte
• in het resultaat van het woningbedrijf zijn de effecten van de eigenarenheffing riool en de huurverhoging als gevolg hiervan nog niet meegenomen

Op dit moment zijn er vier lopende grondexploitaties. In 2019 gaan we er van uit dat er een winstuitname zal plaatsvinden uit de 2e fase van de Buitenplaats De Burgh. Dit is alleen van toepassing bij het afsluiten van een exploitatie. Bij de grondexploitaties wordt € 173.000 toegerekend aan personeelskosten voor de voorbereiding en het toezicht.

Voor het aantrekken van financiering op de geldmarkt hanteren we de volgende rentepercentages:

Deze percentages zijn gebaseerd op gemiddelden van door financiële instellingen op de geldmarkt aangegeven rentepercentages.